26-10-2022 | Interview

Afscheidsinterview Elseline Verheul

Acht jaar geleden werd huisarts Elseline Verheul gevraagd om lid te worden van de Raad van Toezicht van Raedelijn. Nu, twee termijnen later, neemt ze afscheid. Hoe heeft ze haar werk de afgelopen jaren zien veranderen? Welke rol heeft Raedelijn gespeeld? En wat gaat ze nu doen? Ze vertelt het in dit artikel. 

Foto
Naam
Elseline Verheul
Functie
Huisarts

Elseline heeft samen met een collega een huisartsenpraktijk in Empel, Den Bosch. Daar begonnen ze 21 jaar geleden met nul patiënten in een klein dorp met een grote nieuwbouwwijk. Inmiddels zijn ze zo gegroeid, dat ze anderhalf jaar geleden naar een grotere plek verhuisden. Waar niet alleen maar twee huisartsen werken, maar ook vier assistentes, twee verpleegkundigen en een huisarts in opleiding.

Lid van de Raad van Toezicht van Raedelijn was niet de eerste bestuurlijke functie van Elseline. Ze zat ook al in het bestuur van de het LHV-district in haar eigen regio en was voorzitter van een zorggroep. “Ik vind het heel leuk om ook op een andere manier over het vak na te denken. Om wat meer strategisch te kijken, naar de grote lijnen. En ook om te leren wat bijvoorbeeld een ministerie nu doet en hoe dingen lopen in een organisatie.”

 

Van bijna overbodig naar grote meerwaarde

“Toen ik acht jaar geleden begon bij Raedelijn, was het nog de vraag wat er met de ROS-en ging gebeuren. De vraag was toen of de zorggroepen misschien zo groot zouden worden dat de ROS-en geen recht van spreken meer hadden, of dat het geld op zou zijn. Mijn voorzitterschap bij een zorggroep maakte het dus interessant voor Raedelijn en voor mijzelf om in de Raad te gaan.”

Inmiddels is die vraag niet meer aan de orde. Elseline ziet juist de grote meerwaarde van Raedelijn en de andere ROS-en. “Eigenlijk is wel gebleken dat wij artsen en organisaties vooral goed zijn in zorg inrichten. Maar verbinding maken met elkaar vinden we nog steeds heel moeilijk. We willen het allemaal wel graag, maar het blijven vaak verschillende culturen, verschillende financiële stromingen, verschillende belangen. Dan is het zo fijn als een onafhankelijke partij als een ROS zegt: luister, wij snappen jullie allemaal, maar wat heeft de patiënt eraan? Zo kan iedereen zijn eigen belangen wat wegschuiven en gaan we ervoor om de zorg en vooral ook de niet-zorg beter geregeld te krijgen.”

 

“Ik denk dat soms te veel in de zorg wordt gedaan, wat eigenlijk niet in de zorg hoeft. Dat zou veel meer opgepakt kunnen worden door welzijns- en maatschappelijke organisaties en gemeenten. Als je een dag in een huisartsenpraktijk bekijkt, wat we allemaal doen, is een groot deel eigenlijk niet wat bij de huisarts hoort. Maar je bent als huisarts wel heel laagdrempelig. Laatst belde een patiënt die de dag ervoor aan zijn been was geopereerd. Hij wilde dat ik er even naar keek want het voelde niet goed. Eigenlijk is dat niet mijn taak, zou hij terug moeten naar de chirurg. Maar die is minder goed bereikbaar dan ik. Hetzelfde geldt voor de GGZ of de thuiszorg. Doordat er lange wachtlijsten zijn en personeelstekorten, lossen we soms zelf dingen op. Dat is niet onze expertise en daardoor is er ook minder tijd voor wat we eigenlijk zouden moeten doen. Maar je doet het toch, we kunnen moeilijk nee zeggen, want wat moet die patiënt dan?”

 

Werken zoals je zou willen

Het maakt dat Elseline soms twijfelt of dit nog wel het vak is dat ze wil uitoefenen. “Ons werk is inhoudelijk veranderd. Er is veel meer naar de huisartsen toe gedelegeerd. Onze POH-ers doen heel veel, onze assistentes doen heel veel, vooral aan administratieve en regelzaken. Dat maakt dat ik me weleens afvraag of ik mijn werk nog wel kan doen zoals ik zou willen. Bijvoorbeeld begeleiding bij sterven. Als iemand graag thuis wil sterven, maar er is geen thuiszorg beschikbaar, hoe moet dat dan? Ik vind het heel belangrijk dat mensen zelf kunnen kiezen waar ze overlijden, dan vind ik het heel schrijnend dat je niet de hulp kunt bieden waar je voor staat.”

 

Maar het vak verlaten, daar moet Elseline ook niet aan denken. Er zitten nog genoeg mooie kanten aan. “Ik vind het heel leuk om even binnen te kunnen lopen bij mensen via de achterdeur. Ik ken de mensen in mijn praktijk en zij kennen mij. Ik mag meelopen met het leven van mensen en hier en daar wat ondersteunen, dat vind ik echt het mooiste. En mensen zijn ook zo dankbaar. Laatst kreeg ik zelfs bloemen, omdat een mevrouw zo blij was dat ik haar had geholpen met een brief aan het UWV. Terwijl alles wat ik had gedaan was haar medische geschiedenis op papier gezet, dat is gewoon mijn werk. Maar dan kan iemand toch zo dankbaar zijn! Dat vind ik bijzonder.”

 

Kritisch kijken

Als toezichthouder heeft Elseline geleerd om anders te kijken naar zorg. “Er zijn een aantal projecten waarvan ik dacht: ‘kijk, dit is waar we naartoe gaan’. GezondVeluwe bijvoorbeeld heeft heel veel mooie dingen, maar ook de dingen die we doen rondom geboortezorg. Dat laat wel zien dat je met samenwerking echt verder komt. En welke toegevoegde waarde een onafhankelijke partij als Raedelijn daarin heeft.”


Verder waardeert Elseline dat ook het kritisch kijken naar resultaat wordt gestimuleerd bij Raedelijn. “Ik vind het super dat er zo goed geëvalueerd wordt. En dat ook mensen die meedoen aan het project, dokters, de thuiszorg, zelf nadenken over wat hebben we eraan gehad. Want dat houdt iedereen scherp op wat we aan het doen zijn. Dan zitten deelnemers niet alleen maar bij elkaar omdat het moet, of omdat er geldstromen bij elkaar komen. Maar dan kijken ze echt naar wat maakt nou het verschil?”

 

Dat kritisch kijken is ook een rol die Elseline zelf graag aanneemt. “Ik kan me nog een project herinneren rondom mantelzorgers. De impact daarvan was dat de mantelzorgers de aandacht heel erg fijn hadden gevonden, maar we wisten eigenlijk niet of er dingen verbeterd waren. Dat het fijn was voor de mantelzorgers is natuurlijk mooi, maar wat maakt nou het verschil? Weet de mantelzorger nu beter waar hij terecht kan? Of moet er gewoon een plek komen waar hij z’n ei kwijt kan? Het is soms ook lastig om te meten, maar ik vind het toch heel belangrijk om met elkaar te blijven zoeken naar het verschil dat we kunnen maken.” Elseline ziet daarin ook groei bij Raedelijn. “Ik vind het heel mooi om te zien dat die houding steeds meer in de genen zit van Raedelijn. Dat ze telkens goed kijken naar is dit waar we voor staan? Willen we hier iets aan doen? Ik denk dat dat ook de leukste manier van werken is, omdat je dan ook meer uitdagingen hebt.”

 

De toekomst

“Ik hoop dat ik altijd kritisch kan blijven kijken en altijd zal vragen: voor welk probleem is dit de oplossing?” blikt Elseline vooruit. “Wat heeft de patiënt eraan? Dat vind ik mooie vragen om te blijven stellen.” Op bestuursniveau zal Elseline zich dus blijven inzetten. Maar ook als huisarts heeft ze nog plannen. “Ik denk erover om een sabbatical te nemen, waarbij ik vier maanden als arts in het buitenland ga werken. Ik heb eerder al eens in Tanzania gewerkt. Terug naar Afrika is een optie, of een tijd naar Nieuw-Zeeland. Dat vind ik een mooie combi van ergens anders zijn en toch iets met je vak kunnen doen. Ik zou niet zo snel meer maanden achter elkaar willen reizen. Ik ben een ontzettende doener, dus vind het gewoon heel leuk om nuttig te zijn.”

 

Maar voor het zover is zet Elseline met liefde haar werk als huisarts in Empel voort. En is ze regelmatig te vinden in haar keuken. “Ik vind koken en bakken heel erg leuk. Daarmee maak ik echt mijn hoofd leeg. En gezellig eten en drinken met vrienden en familie vind ik ook heerlijk. Hobby’s genoeg!”

Benieuwd naar de leden van de Raad van Toezicht? En naar de Toezichtsvisie van de raad? Op www.raedelijn.nl/over-raedelijn leest u er alles over.