
De beste en de meest passende zorg voor kinderen realiseren. Door het plaatsnemen van een SOH of een gezinswerker binnen de praktijk, waarmee de lijntjes korter worden. Dat is de doelstelling van de pilots jeugd-GGZ waar raedelijn in het programma GezondVeluwe aan werkt. In het voorjaar van 2019 starten de eerste enthousiaste gezondheidscentra op de Noordwest-Veluwe met de pilots. We kijken vooruit met deelnemend huisarts en lid van de projectgroep, Marieke de Vries van huisartsenpraktijk Korenmolen in Putten.
Een mooie start van het nieuwe jaar?
“Jazeker! Concreet gaat het binnen de pilots om extra ondersteuning in de huisartsenpraktijk of gezondheidscentrum op het gebied van jeugd-GGZ. Bij de ene variant neemt een specialistische huisartsondersteuner JGGZ plaats in de huisartsenpraktijk of het gezondheidscentrum om verwijzingen vanuit de huisarts op te pakken en goede triage te doen. Bij de andere pilot werkt een jeugd -en gezinswerker (orthopedagoog, basis-psycholoog of maatschappelijk werker) van Centrum Jeugd en Gezin (CJG) mee in de huisartsenpraktijk. In beide pilots hopen we dat deze professional bijdraagt aan een goede samenwerking tussen de huisartsen en CJG-teams.”
Waarop ligt de focus dit jaar?
“Op het gebied van jeugdzorg gebeurt er heel veel maar men weet nog lang niet wat er allemaal mogelijk is. Op korte termijn focussen we op kennismaken en elkaar beter leren kennen. De gemeentes zijn sinds 2015 goed bezig door initiatieven rondom jeugdzorg op te starten. Maar zonder optimale verbinding tussen zorgverleners blijven veel mogelijkheden liggen. Door elkaar te leren kennen ontstaan verbindingen en komt alles beter tot zijn recht. Daarnaast is het professionaliseren van jeugdzorg ook een streven, maar dat vraagt om een langere adem. Jongeren zijn de ouderen van de toekomst. Heel veel problemen ontstaan op jonge leeftijd en met de juiste begeleiding bied je dan al hulp.”
De pilots zijn met vereschillende partijen opgepakt?
“Huisartsen, JGGZ, CJG en gemeente werken in een projectgroep samen met raedelijn aan de pilots. Er zijn veel zorgverleners met kennis die zij nog niet goed kwijt kunnen of kunnen delen. De verbinding tussen huisartsen en scholen is bijvoorbeeld nog niet optimaal. Interne begeleiders van scholen weten nog niet altijd waar ze kunnen aankloppen: ook zij zijn gebaat bij deze pilots. Met het oog op financiën heeft hopelijk ook de gemeente voordeel van de pilots en kan er gerichter geïnvesteerd worden. Als je alle krachten combineert om de zorg gelijk op de juiste plek te krijgen dan denk ik dat alle partijen hier voordeel bij hebben: kinderen, jongeren, hun ouders, gezinswerkers, gemeente, huisartsen, scholen en ook de psychologenpraktijken en JGGZ-instellingen die lange wachttijden hebben.”
Wat is de rol van raedelijn?
“Raedelijn heeft de druk op de ketel gehouden waardoor we nu kunnen starten met de pilots. Afspraken maken, een project draaiende houden en mensen motiveren: daar is raedelijn goed in. Ook de onderhandelingen met de gemeente hadden we als huisartsen zelf niet zo degelijk kunnen doen. De energie die we er met z’n allen in hebben gestoken wordt nu echt beloond. Daar word ik heel enthousiast van.”
Wanneer zijn deze pilots een succes?
Huisartsen uit Ermelo geven aan dat ze hopen op soepele verwijzingen en zien er naar uit dat zij elkaars expertise kunnen benutten: “Het is een succes als we hiermee kinderen en jongeren in één keer goed naar de juiste plek kunnen verwijzen.”
Marieke de Vries: “Daar ben ik het mee eens en ik hoop op tevredenheid. Dat we sommige dingen gemakkelijker kunnen oplossen met minder lange wachttijden en minimale interventies. Het zou mooi zijn als je een gezin met vijf gesprekken weer op weg kunt helpen. Dit in tegenstelling tot de lange wachttijden bij een psychologenpraktijk, waar ze vervolgens met een heel aantal sessies pas klaar zijn. Mensen komen op het moment dat de nood hoog is, dan wil je meteen iets kunnen bieden. Daarnaast zorgt het verwijzen naar een interne SOH of jeugd-gezinswerker voor laagdrempelige zorg. Ik hoop ook op meer bekendheid bij huisartsen. Dat zij weten wat er allemaal mogelijk is en dat het succesvol is. Verwijzen naar het CJG is voor een huisarts nu als het verwijzen naar een big black box: je verwijst maar krijgt niet altijd terugkoppeling. Als huisarts en CJG bij elkaar in het pand zitten en elkaar kennen, dan verandert dat. Dan zijn de lijntjes zoveel korter!”